TRANSFORMATIE

In de praktijk bestaat er weinig verwarring over de definitie van ‘transformatie’. Het is het overgaan van de ene vorm in een andere vorm, daar is bijna iedereen het wel over eens. Wij ook.

Onze definitie gaat echter nog een stapje verder, want het is niet alleen het veranderen van vorm, maar het veranderen van vorm met behoud van de oorspronkelijke kenmerken.

Laten we als voorbeeld maar meteen een transformatievorm nemen waar we allemaal mee te maken krijgen: de transformatie die wij als maatschappij kennen als ‘overlijden’.
We kiezen trouwens bewust voor de term ‘overlijden’ en niet voor ‘dood’, want bij ‘dood’ wordt gesuggereerd dat de nieuwe vorm niet meer levend is en niet doorgroeit. En dat past dus niet bij onze waarheid.
Bij ‘overlijden’ is de nieuwe vorm ‘over het lijden’ heengegaan en dat sluit dus wél naadloos aan bij wat wij geloven: dat wij – als specifieke trilling van energie – in een andere vorm doorgroeien en dat die nieuwe vorm geen leed wordt ervaren.

Maar bij de overgang van de ene vorm (energie ‘in’ een lichaam) naar de andere vorm (energie zonder lichaam) worden – ons inziens – de herinneringen, ervaringen, inzichten en emoties meegenomen.

Het transformeren van emoties is in principe niets anders dan het anders ervaren van situaties. Je kunt daarbij het onderscheid maken tussen ‘afbrekend’ en ‘opbouwend’.
Zodra een bepaalde situatie – en de emoties die je er aan koppelt – jou op je plek houdt of zelfs jouw eigenwaarde en zelfvertrouwen aantast, noemen we dat een afbrekende situatie. Maar de situatie zélf is niet afbrekend, de manier waarop je er naar kijkt is afbrekend.
Want diezelfde situatie kan gebruikt worden om jezelf beter te leren kennen en daarmee wordt de situatie getransformeerd van afbrekend naar opbouwend.
Maar daarmee is die ‘afbrekende perceptie’ niet opeens weg. Als je een bepaalde situatie hebt getransformeerd ben je niet opeens een ANDER mens of een BETER mens. Je bent een BEWUSTER mens.

Handreikend,
SYL